- FDM (ABS, PLA,…)
Een verplaatsbare spuitmond verwarmt een draadvormige kunststof en legt van dit warme materiaal een eerste laag op het werkvlak. Eens die eerste laag er ligt zakt het printbed en wordt een nieuwe laag materiaal op het reeds bestaande object gelegd. Zo wordt het voorwerp in de hoogte opgebouwd. Voor delen die in de lucht zweven wordt eronder een ‘ondersteuning’ (support) geprint die achteraf manueel verwijderd wordt. - SLS (Polyamide, Alumide, Metalen,…)
Het materiaal in poedervorm wordt bij deze techniek in dunne laagjes uitgestreken waarna een sterke laserstraal het poeder aan elkaar smelt en aan de vorige laag hecht. Dit proces wordt herhaald tot een volledig 3D object geprint is. Voor de kunststof materialen is hier geen ondersteuning nodig omdat het object rust in de poeder van de vorige lagen. Voor metalen objecten moet er wel poeder aan elkaar gelaserd worden als ondersteuning omdat anders het zware object wegzakt in de losse poeder. Eens het object klaar is wordt de poeder weggezogen/geblazen en grotendeels gerecupereerd voor een volgende 3D print. Voor holle objecten moet hier altijd wel een ‘escape hole’ zijn om de niet gelaserde poeder weg te laten. - Binder Jetting (Composiet: Kleur)
Het materiaal in poedervorm wordt hierbij in dunne laagjes uitgerold waarna een printkop een binder vermengd met kleuren spuit over het laagje zodat de poeder aan elkaar en aan de vorige laag kleeft. Daardoor kan deze techniek full color 3D objecten maken. Eens het volledig 3D object klaar is wordt warme lucht over het printbed geblazen zodat de poeder met binder kan uitharden. Het overtollige poeder wordt weggezogen en afgeblazen en gerecupereerd voor een nieuwe 3D print. Opdat het 3D voorwerp een zekere sterkte zou krijgen en opdat de kleuren goed zouden uitkomen wordt het object nog ondergedompeld in colorbond. Opnieuw volgt een uithardings/drogingsproces en hierna kan desgewenst nog een coating aangebracht worden met een UV-filter die het voorwerp ook water- en krasresistent maakt. - SLA (Stereolithografie)
Hierbij wordt een fotopolymeer belicht met een UV-laser. Daar waar de laser de ‘resin’ beschijnt hardt deze onmiddellijk uit. De nog vloeibare overtollige polymeren kunnen afgespoeld worden en het 3D geprinte voorwerp kan nog verder uitgehard worden met UV-licht. Deze printers kunnen heel precies werken, maar hebben ook nog supportstructuren in hetzelfde materiaal nodig die achteraf manueel verwijderd moeten worden. - Poly/multi-jetting
Met deze techniek worden druppeltjes UV-uithardende resin geplaatst op een printplaat. Hierna worden deze belicht met UV-licht zodat deze onmiddellijk uitharden. Op de plaatsen waar ‘in de lucht’ geprint moet worden gaat een andere printkop druppeltjes vloeibare was neerleggen die onmiddellijk uitharden. Eens de volledige 3D print klaar is gaat deze in een ultrasoon bad van 60 graden waar de overtollige was volledig wegsmelt. Deze printers kunnen een aantal materialen aan met verschillende hardheidseigenschappen. Door de nauwkeurigheid, resolutie en volledig verwijderbare supports kunnen met deze printers uiterst gedetailleerde perfecte 3D prints gemaakt worden.